Daniel en zijn profetie over
de komst van de Messias
Een opvallende profetie in Daniel 9:24-26 geeft ons het exacte jaar wanneer een gezalfde zou verschijnen. De engel Gabriel gaf deze profetie aan Daniël, ongeveer 580 jaar voor het vervullen daarvan. In het onderstaande artikel zullen we deze profetie en zijn vervulling nader bekijken:
'24 Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan
de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het
wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het
profetisch visioen bezegeld is en het allerheiligste gewijd.
25 Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is
uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het
tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken;
en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al,
zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn.
26 Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat
iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal
verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een
overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals
is vastgesteld.'
Zeven Weken
Het hebreeuwse woord shevu’ah wordt in de meeste vertalingen vertaald in weken. Shevu’ah komt van het woord sheva’ wat letterlijk zeven betekent. Terwijl dit kan betekenen dat hier een zevendaagse week bedoeld wordt, is dat duidelijk niet het geval, omdat in de tekst gekozen is voor de mannelijke vorm en niet de doorgaans gehanteerde vrouwelijke naamval van het woord. Daarnaast komt de bedoelde betekenis van zeven onder meer naar voren, nadat Daniel eerder in het Bijbelboek heel specifiek spreekt over een profetische periode van 70 jaren. In het antwoord op dit gebed, wordt hem geprofeteerd over een periode van 70 zevens, aangevende een periode van 70 maal zevens in jaren (kijkende naar de context), daarmee doelende op 70 maal een zevenjarige periode.
Het toevoegen van 7 keer 7 jaar (49 jaren vanaf het decreet tot aan de verschijning van een vorst) aan 62 van deze zeven jaarperiodes (434 jaar aangevende de duur van de wederopbouw), brengt het totaal op 483 jaar.
Simpel gesteld: het optellen van de weken (tot het aangegeven totaal van 69 weken), dat zal ingaan vanaf het moment dat er bij decreet besloten wordt om de muren van Jeruzalem te herbouwen, geeft ons het jaar waarop de Messias (de Gezalfde) in Zijn hoedanigheid zou verschijnen.
Nadat de Babylonieërs in 586 v. Chr. Jeruzalem hadden verwoest, werd het Babylonische rijk verdrongen door het rijk van de Meden en Perzen. Gedurende de heerschappij van de Perzische koningen zijn er enkele malen decreten uitgevaardigd die zowel in de Bijbel (o.a. in Ezra 1:1-2 en Ezra 6:8) als in de geschiedenisboeken beschreven worden. Maar het duurde tot 457 v. Chr. voordat een officieel decreet werd uitgevaardigd door de toenmalige Perzische koning Artaxerxes I. In dit decreet werd het Joodse volk het recht gegeven om Jeruzalem weer op te bouwen.
Telt men de voorzegde 483 jaren op bij het jaartal 457 v. Chr., dan komt men op het jaartal 27 n. Chr. Omdat er geen jaar 0 bestaat is dit “jaar” zodoende niet meegenomen in het overzicht. Het jaar 27 was het jaar waarin Jezus gedoopt werd en Hij op 30-jarige leeftijd (een Bijbelse leeftijd waarop mensen vaak hun roeping van de HEER ontvangen) zijn taak in en voor de wereld op Zijn schouders nam.
Maar het gaat nog verder
Profetische jaren zoals ze in de Bijbel worden gehanteerd bestaan uit 360 dagen (een zogeheten Bijbels jaar). Zodoende zijn 483 profetische jaren in onze jaartelling (van 365,5 dagen) 476 jaren (483 x 360 : 365,5 = 476).
Zodoende zouden we dan moeten verwachten dat er een decreet uitgegaan moet zijn 476 jaren voor de geboorte of komst van de Messias en inderdaad kunnen we deze ook aantreffen. Ten tijde van Esther (van het Bijbelboek Esther) is er, door de Perzische koning Xerxes, een zelfde soort decreet uitgevaardigd (te lezen in Esther 2:8). Dit gebeurde in het jaar 480 v. Chr. (Thermopylae anyone ;-)) en door de eerder genoemde 476 jaren op te tellen komt men uit op het jaar 4 v. Chr. Hetzelfde jaar waarin Yeshua te Betlehem geboren werd.
Hiermee kunnen wij met reden vaststellen dat profetieën gedaan in de Tenach / het Oude Testament perfect samengaan met de komst van de Zoon van God, Jezus Christus als onze Messias. Sterker nog: de Tenach / het Oude Testament staat boordevol met verwijzingen en aankondigingen van Jezus als onze Verlosser!
Zie hiervoor het artikel Messiaanse profetieën en vervulling